Lentink: meer dan 60 jaar accountancy ervaring!
Historie
“Onze historie begint in Harderwijk,” vertelt Kees Teeuwissen. “Daar is in 1958 Martin Lentink een accountantskantoor begonnen. Frans van Gilse kwam daar later bij en het kantoor groeide gestaag door: er kwam ook een registeraccountant bij en vervolgens ook nog een belastingadviseur. Zo groeide niet alleen het bedrijf, maar ook de schier eindeloze reeks namen in de bedrijfsnaam.
In 1992 ben ik zelf bij Lentink in dienst getreden. Drie jaar later - in maart 1995 - hebben we besloten een vestiging in Huizen te starten omdat ik hier vandaan kwam en veel mensen kende. We hebben toen wel meteen besloten dat we gingen stoppen met het vermelden van al die vennoten in de tenaamstelling en dat we het alleen bij ‘Lentink’ zouden gaan houden. Lentink was toen al een stevige bedrijfsnaam op de Noord-West Veluwe, goed bekend staand van naam en faam.”
Heel slim vatte Kees post boven de Albert Heijn, met een naambordje vlak naast de ingang van de grootgrutter waardoor de naamsbekendheid groeide als de kool die er beneden verkocht werd. En het ging de Huizer tak van Lentink uitstekend voor de wind. Dat leidde al in 1997 tot een verhuizing, maar ook in 2002 tot een breuk met het moederbedrijf in Harderwijk: “We merkten dat de verschillen in bedrijfscultuur steeds groter werden en dat zette wat ons betreft teveel een rem op toekomstige ontwikkelingen. We hadden ook eind 2001 onze vestiging in Almere van de grond getild en we merkten dat de meer traditionele benadering van de Gelderse tak meer en meer ging wringen met onze manier van werken. En dus zijn we afgesplitst en zijn we zelfstandig als Huizen en Almere verder gegaan. In Almere zitten nu ook een man of dertig. Ook hebben we een belang genomen in een kantoor in Bunschoten-Spakenburg. Dat kantoor heeft ook een man of twintig aan personeel en is vooral heel sterk gericht op de Spakenburgse markt - letterlijk: de ambulante handel in vis en brood. Uiteraard ook wel wat andere branches, maar wel sterk gericht op die lokale ondernemers daar.
Vanuit Huizen bestrijken we vandaag de dag het gebied Gooi en Eemland maar eigenlijk heel Nederland en zelfs daarbuiten. Vestiging Almere uiteraard ook, maar is weer wat meer gericht op de Flevolandse markt.”
Bart Westland
Hij is een ‘coming-man’ binnen Lentink, Bart Westland. Een typisch Huizer naam, maar geboren en getogen in Spakenburg, nu woonachtig in Utrecht.
“Ik ben hier in 2006 gekomen. Daarvoor had ik eigenlijk alleen gestudeerd en je kunt dus wel stellen dat ik ‘eigen kweek’ ben van Lentink. We hebben hier niet zo heel veel last van verloop, zeker niet bij de mensen die hier al wat langer werken,” legt Westland uit. “Dat komt omdat men over het algemeen met veel plezier bij ons werkt. Het komt echter wel eens voor dat mensen die we van buiten aan trekken achteraf toch niet helemaal bij onze bedrijfscultuur passen. Door de krapte op de arbeidsmarkt hebben we daar wel eens wat te opportunistisch in gehandeld.”
Klein maar dapper
“Jullie noemen jezelf op de website ‘Klein maar dapper’. Toch heb ik als ik hier langs rijd niet het gevoel dat ik naar een of andere slaapkameraccountant zit te kijken…” plaag ik de mannen een beetje.
“Hahaha,” lacht Teeuwissen. “Het is maar net met wie je je wilt vergelijken. Wij spelen in een league die wordt gevormd door de betere administratiekantoren, tot aan de wat grotere kantoren als bijvoorbeeld BDO en Grant Thornton. In dat segment kunnen wij ons prima staande houden, maar als we ons dan weer met die grotere accountantskantoren vergelijken, dan zijn we uiteraard toch een wat kleinere speler met onze vijfentachtig medewerkers.”
“Hoe zijn die vijfentachtig man verdeeld over de verschillende disciplines?”
“Op Audit zit een man of twintig – iets meer zelfs, op de fiscale praktijk een man of vijftien, Corporate Finance bestaat uit een drietal mensen. Verder hebben we ook nog een achttal medewerkers voor de salarisadministraties die we voeren. Het resterende deel zit dan op accountancy."
Onderscheidend
“Jullie website (www.Lentink.org) spreekt van een visie die zich kenmerkt door oprechtheid en deskundigheid… Nou vermoed ik niet dat er veel kantoren zullen zijn die zich deze kwaliteiten niet toedichten… Hoe onderscheiden jullie je dan toch in deze markt?”
“Wij onderscheiden ons met name door de mensen die hier werken,” verklaart Kees stellig. “We zijn overigens nog bezig met een nieuwe website, maar dat terzijde.
Wij zijn internationaal aangesloten bij Kreston en die organisatie heeft als statement: ‘Knowing you!’ Dat is denk ik de kernwaarde van de mensen die hier werkzaam zijn: ze kennen jou als klant en weten waar jouw belangen liggen en hoe die belangen zo goed mogelijk gediend kunnen worden. Met dien verstande uiteraard dat we ons bewust zijn dat we zakelijk op een afstand moeten blijven om voldoende kritisch te kunnen blijven. Met name in de controles weten we deze professionele afstand goed te bewaren. Maar er zijn ook bedrijven met andere opdrachten waar we veel dichter bij zitten. De mensen achter die bedrijven leggen hun hele ziel en zaligheid op ons bordje, tot en met vragen over de opleiding van de kinderen, hoe ga ik om met mijn opgebouwde vermogen, kan ik schenkingen doen, etcetera, etcetera. Je probeert te begrijpen hoe die klant in elkaar steekt.
Dat zie je ook sterk terug bij de Corporate Finance afdeling: als wij de opdracht krijgen een bedrijf kopen of te verkopen, dan willen we eigenlijk ook weten hoe de partner van de ondernemer in elkaar zit. Dat is vaak een bepalende factor of men gelukkig wordt van de koop of verkoop van een bedrijf. Dat bevragen gaat dus best wel ver maar we willen de cliënt gewoonweg goed kennen. We krijgen dat ook weer terug van onze klanten, dat ze het creatief meedenken en die betrokkenheid zo waarderen.”
“Je kunt je als accountant niet onderscheiden in de regelgeving,” vult Bart aan. “Accountancy is en blijft mensenwerk: je moet cijfermatig sterk zijn, maar je moet ook een flink brok inlevingsvermogen meebrengen. Zo moet je soms de cliënt adviseren om personeel te ontslaan. Dat zijn heel ingrijpende en emotionele beslissingen. Het is aan ons om daar in ieder geval cijfermatig een rationele grond aan te geven. Dat maakt het voor de ondernemer ook makkelijker te verteren…”
Sectoren
“Nee, we zijn niet in alle sectoren aanwezig. Dat is vaak een heel bewuste keuze omdat we bepaalde sectoren niet begrijpen of niet willen begrijpen. De Amsterdamse horeca daar branden we liever onze vingers niet aan en ook de hoofdstedelijke vastgoedwereld stappen we zonder uitstekende referenties niet binnen. Natuurlijk heeft dat ook te maken met de regelgeving, de wettelijke verplichtingen die we als accountant hebben hoe om te gaan met zelfs vermoedens van witwassen, fraude, en de verplichte meldingen hieromtrent. De kans dat je binnen die sectoren tegen dat soort zaken aanloopt is nu eenmaal groter dan in diverse andere sectoren. We hebben onze naam wat dat betreft op te houden en onze tijd is beperkt. Die besteden we dan uiteraard liever aan bedrijven die gewoon netjes binnen de kaders van de wet zaken willen doen. Zo zitten we dus bijvoorbeeld wel in de technologiesector, het vervoer, de bouw en installatie, zorg, de voedselindustrie, handel op tal van terreinen, etc. Echt heel breed.”
“Het gaat echt van de slager om de hoek en de visboer tot bedrijven waar honderden mensen werken, Nederlandse deelnemingen van buitenlandse beursgenoteerde bedrijven met complexe controle- of verslaggevingsvraagstukken. Heel breed dus!” vult Bart aan. “We hebben dus niet een bepaalde sector waarin we specifiek actief zijn. Onze mensen zijn echter wel gespecialiseerd in de verschillende bedrijfstakken en hebben daar dikwijls al doende hun deskundigheid in opgebouwd. Daarnaast vinden onze mensen de uitdagingen die de verschillende bedrijfstakken bieden heel plezierig. Die uitdaging houdt voor hen het werk ook aantrekkelijk en spannend.”
Toekomst
“Als we kijken naar de ontwikkelingen in de accountancy, dan zie je dat de technologie, de ICT, een steeds prominentere rol gaat spelen. Met name het voeren van de standaard-administratie gaat gewoon veranderen. Boekhoudpakketten die de facturen als automatisch inlezen, boeken en tot een juiste jaarrekening kunnen komen, dat zie je nu al. Daar verdwijnt het ‘handwerk’ met rasse schreden en daarmee schuift het werk steeds meer en meer richting het adviseren en begeleiden van de ondernemer bij het maken van strategische keuzes en ondernemersvraagstukken. Een transitie in de komende vijf jaar van de cijferspecialist naar de meedenkende adviseur,” weet Bart te vertellen. “De goede mensen te vinden die deze ontwikkeling ook willen meemaken, is een andere uitdaging die daar uit voortvloeit,” vult Kees aan.
60 Jaar Lentink
Naast een memorabel personeelsfeest om dit heugelijke feit te vieren, waren er in de afgelopen zestig jaar ook wat momenten waarop Kees nog even terug wil kijken: “De dag dat we afgesplitst zijn van Harderwijk, is in negatieve zin best wel memorabel. Dat had ook met de mensen te maken. De culturen begonnen te wringen, de ambities lagen hier wat verder, maar het was al met al toch een pijnlijke ‘scheiding’. Verder ook heuglijke momenten, zoals zes oktober 2002 toen we dit gebouw in gebruik namen. Een ander historisch moment was toen we in 1999 het kantoor van Schaap en Roepert hebben overgenomen. We hadden wat geruchten opgevangen dat het te koop zou komen en hebben toen meteen onze slag geslagen. De integratie van de bedrijven verliep daarna opmerkelijk soepeltjes. Ook aan de manier waarop we toen onze slag hebben geslagen bewaar ik goede herinneringen!”
Het pand in Huizen
Vijf Sterren Sponsor
“We zijn in 2008 gestart met het sponsoren van Huizen. Mijn zoon begon toen te keepen bij Huizen en dat ging hem redelijk goed af. Dan komt men toch al vlot bij je of je niet wat wilt ‘doen’ en zo is dat toen ontstaan. (Jochem Teeuwissen heeft het tot de eerste selectie gebracht en speelde één bekerwedstrijd in het eerste tegen Valleivogels. Red.) Als je kind zoveel aandacht krijgt van de club, dan is het ook logisch dat je ook iets terug doet. Zo gaat dat.
Daarnaast heb ik destijds ook zitting genomen in een toenmalige raad van advies die de organisatie van de sv Huizen trachtte te versterken. Zo rolde ik vervolgens de sponsorcommissie van Huizen binnen.
We krijgen veel sponsoraanvragen – uiteraard ook van de Zuidvogels en uit het Spakenburgse. Uitbreiding van het sponsorschap naar bijvoorbeeld Hoofdsponsor zie ik dan ook niet gebeuren, we spreiden ons budget dan liever over wat meer verenigingen. Sportverenigingen kunnen eigenlijk alleen maar draaien bij de gratie van sponsors, zo simpel is het eigenlijk.
We sponsoren veel sportverenigingen. Veelal komt dat omdat personeel of gezinsleden van onze mensen bij een vereniging sporten. Of relaties die een verzoek doen tot sponsoring. Zo belde een cliënt mij op een ochtend op en feliciteerde me met een prachtige kleedkamerdeur met onze naam erop bij de Zuidvogels. Uiteraard was ik enigszins verrast, maar daar ga je dan toch ook weer lachend op in. Het kost wat, maar we profiteren immers ook via onze relaties van de gemeenschappen waarin we aanwezig zijn. Dus op deze manier doe je dan ook wat voor die gemeenschappen terug. Wat we echter wel altijd voorop stellen, is dat we een vorm van binding moeten hebben met zo’n vereniging. Als je er nooit komt, er nooit je gezicht laat zien, dan heeft sponsoring voor je bedrijf geen enkel effect.
We zijn ook lid van de businessclub van de sv Huizen en hebben laatst nog de komst van Annemarie van Gaal – onder meer bekend van het programma ‘Een dubbeltje op zijn kant’ – mede mogelijk gemaakt. Allemaal prima hoor en het biertje gaat er lekker in, maar een beetje meer inhoudelijke programmering mag daar wat mij betreft wel. Overigens zie je over de gehele linie dat de belangstelling voor dit soort businessclubs tanende is.”
Binding
“Wat zou je Huizen als advies mee willen geven om sponsors meer aan zich te binden?”
“Poeh! Mooie vraag! Hmmm… Ik denk dat het bestuur wat meer dan nu het geval is met de sponsors in contact zou kunnen treden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een telefoontje naar enkele sponsors om met het bestuur mee te rijden naar een uitwedstrijd. Eventueel na afloop nog even ergens een hapje eten – en dat betaal ik dan gewoon zelf, hoor! Dan heb je weer eens een contactmoment om je kennisnetwerk op elkaar af te stemmen. Ik ben door allerlei oorzaken het afgelopen seizoen misschien slechts één of twee keer geweest, maar achteraf bedacht ik dat ik niet één keer gebeld ben van ‘Kees waar blijf je nou?’ Maar ook voor de mensen die gewoon een reclamebordje hebben hangen: nodig ze eens uit om voor aanvang een bakje koffie in de businessruimte te komen doen en biertje na afloop. Zeg daar als sponsor maar eens nee tegen door de telefoon… Onderweg merk je dan tussen neus en lippen op dat je nog tien ballen nodig hebt, zo gaat dat, haha!
De businessclub staat wellicht wat teveel los van het voetbalgebeuren van de club. Je deelt een fantastisch mooie ruimte, maar daar houdt het wel een beetje mee op.
Waar de vereniging ons als sponsor heel erg mee zou kunnen helpen, is bijvoorbeeld de werving van personeel. Ik gaf al aan dat het moeilijk is om goed personeel te werven. Met een bereik van elf, twaalfhonderd leden, zouden ze veel kunnen betekenen voor de werving van personeel door bijvoorbeeld een scherm met personeelsadvertenties op te hangen bij de bar. Er komen honderden mensen in zo’n weekend een bakje koffie of een biertje halen en zien dan onze advertentie. Daar zouden we als sponsor ook best wat voor over hebben. Een personeelsadvertentie kost ons ook handen vol geld en levert vaak niets op. Als we hier iemand weten binnen te halen via de voetbalvereniging, dan zouden we daar ook een bedrag voor over hebben. Een werving en selectie bureau is ook bepaald niet gratis. Wij zijn echt het enige bedrijf niet dat op zoek is naar personeel, IT-bedrijven, bouwbedrijven, noem ze allemaal maar op!
Daar kun je als vereniging wellicht best wat voor betekenen."
Kantoor Almere
Ontwikkelingen
“De cultuur rond de amateur voetbalsport dreigt een beetje weg te zakken," constateert Kees. "Het is voor het bestuur denk ik een enorme uitdaging om jonge mensen naar de velden te blijven trekken en die cultuur van lekker sportief bezig zijn, te handhaven en het voor iedereen nog leuk te houden. De aantrekkingskracht van de voetbalsport neemt voor mijn gevoel wat af doordat de normale omgangsvormen nog al eens zoek zijn geraakt."
Kees merkt op: “Ik kom dus uit het rugby, maar je haalt het daar niet in je hoofd om de scheidsrechter uit te foeteren om zijn beslissingen, dat gebeurt daar gewoon niet. Ook niet in grote wedstrijden: ze gaan met hun handen op hun rug staan en het is ‘Yes Sir, No Sir’ en ze gaan verder! Vergelijk dat maar eens met het voetbal. En dan heb je langs de kant nog de ouders die ook nog eens olie op het vuur gooien. Daar zie ik een fikse uitdaging voor het bestuur en de vereniging om die ontwikkelingen in toom te houden.
Verder zou ik een aantal samenwerkingsverbanden met de Zuidvogels geen vreemde zaak vinden. Je moet maar afwachten of de ledenaantallen zo blijven als ze nu zijn en dan zou samenwerking zeker een optie kunnen zijn om op termijn te overleven.”